Overheid onvoldoende voorbereid op nieuwe DigiD’s

De overheid is onvoldoende voorbereid op nieuwe vormen van digitale identificatie. Zo zijn er nog geen duidelijke voorwaarden gesteld over de nieuwe inlogmiddelen die private partijen mogen aanbieden. Ook ontbreekt er één centraal aansluitpunt en is het onduidelijk hoe de toekomstige e-wallet in het bestaande stelsel past. Dit stelt de Algemene Rekenkamer na onderzoek.
DigiD voor burgers en eHerkenning voor bedrijven zijn ingeburgerd. De Algemene Rekenkamer onderzocht deze publieke authenticatiemiddelen met het oog op de Wet digitale overheid (Wdo) die 1 juli in werking treedt en de Europese elektronische portemonnee (e-wallet) die wordt ontwikkeld. De Wdo verandert het stelsel voor digitale toegang. De bedoeling is dat burgers straks ook met andere digitale-identiteitsmiddelen dan DigiD en eHerkenning kunnen inloggen bij overheidsdiensten.
Welke middelen dit zijn is nog niet bekend. Vanaf medio 2023 kunnen private aanbieders zich aanmelden bij de overheid voor goedkeuring. Maar op dit moment is het nog onduidelijk welke voorwaarden de overheid stelt aan die nieuwe inlogmiddelen, concludeert de rekenkamer in het rapport ‘Digitale identiteit vraagt veel van DigiD en eHerkenning‘
Daarnaast, vindt de Rijkswaakhond dat er één centraal aansluitpunt dient te komen voor alle dienstverlenende organisaties die nu gebruikmaken van DigiD en eHerkenning en straks van de nieuwe inlogmiddelen. Omdat dat aansluitpunt er nu niet is, ontstaat het risico dat er straks wel nieuwe inlogmiddelen beschikbaar zijn, maar dat overheidsdiensten deze (nog) niet accepteren. Op dit moment is het nog onduidelijk welke voorwaarden de overheid stelt aan die nieuwe inlogmiddelen.