‘Ik weet wat er fout kan gaan’

Interview | Alexandra van Huffelen, staatssecretaris Digitalisering
Alexandra van Huffelen is inmiddels één jaar lang staatssecretaris voor Digitalisering bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. In vergelijking met Raymond Knops, die in het vorige kabinet digitale zaken in zijn portefeuille had, zijn er accenten verlegd. De blik is bij dit kabinet breder gericht en omvat niet alleen de overheidsautomatisering zelf maar ook de inrichting van de digitale samenleving. Met meer normering en regulering en meer regie voor overheid én burger. 'Mijn drijfveer is dat ik weet wat er fout kan gaan als je de digitale wereld niet onder controle hebt', benadrukt Van Huffelen in dit vraaggesprek.
Een teken des tijds: het interview vindt onderweg online via Cisco Webex plaats in de dienstauto van staatssecretaris Van Huffelen. Die ook nog even bij een benzinepomp aan de oplader staat. De bewindsvrouw is op weg naar Luxemburg waar zij een ministeriële bijeenkomst van de OECD (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) over het versterken van het vertrouwen in de democratie bij woont. Zo is er aandacht voor de digitale samenleving en de relatie tussen digitalisering en democratie. ‘Ik ontmoet er veel internationale collega’s. We gaan het onder meer hebben over desinformatie als belangrijk thema. Ik kijk er naar uit.’
Het bestrijden van desinformatie is een van de vier punten van de werkagenda Digitalisering van de staatsecretaris waarmee de ministerraad begin november akkoord ging. Het kabinet wil desinformatie bestrijden door de inzet van veilige alternatieven voor grote sociale-mediaplatforms en strengere afspraken met deze grote platforms zelf. Dit laatste gebeurt vooral aan de hand van de recente Digital Services Act van de Europese Unie. De drie andere punten van de werkagenda zijn de e-wallet (id-wallet), digitale vaardigheden en het reguleren van algoritmen. Aan de bewindsvrouw de vraag hoe zij tot deze keuze is gekomen?
Alexandra van Huffelen: ‘Met deze vier punten gaan we concreet aan de slag voor een veilige, inclusieve en kansrijke digitale samenleving. Die punten komen voort uit de vijf hoofdlijnen van de werkagenda, te weten: iedereen kan meedoen in het digitale tijdperk, iedereen kan de digitale wereld vertrouwen, iedereen heeft regie op het digitale leven, een waardegedreven digitale overheid die werkt voor iedereen, én het versterken en het versterken van de digitale samenleving van Caribisch Nederland.’
‘Met een waardegedreven overheid als hoofdlijn wordt bedoeld dat de overheid het juiste voorbeeld op het gebied van digitalisering moet geven. De problemen met it-systemen en de rol van data en algoritmen in bijvoorbeeld de toeslagenaffaire hebben het vertrouwen geschaad. Onze informatiehuishouding moet worden verbeterd én op orde zijn zodat we informatie goed kunnen delen en daarover transparant kunnen zijn. Daarvoor hebben we eerder dit jaar samen met de chief information officers van de ministeries en de grote uitvoeringsinstanties de ‘I-strategie Rijk 2021-2025′ aangescherpt met een aantal routekaarten voor bijvoorbeeld data en algoritmen, digitale weerbaarheid, i-vakbekwaamheid en clouddiensten en infrastructuur. Deze strategie voor een digitale overheid is onderdeel van deze hoofdlijn.’